Biologische bestrijding van taxuskever, bladluis, engerlingen, emelten, rupsen, etc.
Biologische gewasbescherming
In extreme gevallen en vooral bij een jonge aanplant, waarbij er nog niet sprake is van een natuurlijk evenwicht tussen aanplant en omgeving kunnen bepaalde plagen optreden. Teneinde ernstige schade te voorkomen is het dan soms gewenst om een bestrijding uit te voeren. Dit kan middels de gerichte inzet van natuurlijke vijanden van de plaagdieren en door het wegvangen van de plaagdieren middels vallen en lijmplaten.. Onderstaand treft u een aantal van deze mogelijkheden aan.
Voor vragen over andere aantastingen en biologische bestrijdingsmogelijkheden kunt u altijd contact opnemen.
Taxuskever
De rijpingsvraat van de volwassen taxuskever is te herkenen aan de halfronde hapjes langs de rand van het blad. De larven van de taxuskever leven ondergronds en vreten aan de wortels van de Taxus plant. Ernstig aangetaste planten verkleuren van donkergroen naar een bronsgroene kleur en sterven uiteindelijk af doordat te veel wortels zijn aangetast.
Parasitaire aaltjes (nematoden) zijn de natuurlijke vijanden van de larven van de taxuskever. Parasitaire aaltjes gaan actief op zoek naar de larven van de taxuskever, dringen die binnen en voeden zich met de inhoud. Binnen enkele dagen sterft de larve. De nematoden, tijdelijk verblijvend in ruim water, kunnen over de bodem uitgegoten worden, waarna zij in de bodem, actief op zoek gaan naar de larven van de taxuskever.
Parasitaire aaltjes “Entonem” (Steinernema feltiae) kan worden ingezet vanaf een bodemtemperatuur van 5 graden C en parasitaire aaltjes “Larvanem” (Heterorhapditis bacteriophora) kan worden ingezet vanaf een bodemtemperatuur vanaf 14 graden C.
Bladluis
Luizen zuigen plantensappen uit bladeren en groene stengels en veroorzaken daarmee misvormingen aan de plant. Het uitscheidingsproduct van de bladluis, de honingdauw vervuilt het blad en is weer een voedingsbron voor schimmels. (Roetdauwschimmel). Met name bladluizen kunnen zich razend snel vermenigvuldigen. Lieveheersbeestjes en hun larven zijn de natuurlijke vijanden van bladluizen.
“Aphidalia” is de productnaam van een methode om met behulp van linnen zakjes, met hierin de larven van het inheemse tweestippelig lieveheersbeestje (Adalia bipunctata), bladluizen, welke onder andere voorkomen in linde en rozen te bestrijden.
De zakjes, met hierin de larven en een (tijdelijk) voedingsmedium, worden eenvoudigweg in de boom of tussen de rozenstruiken gehangen. Direct na het plaatsen verlaten de larven de zakjes en beginnen zij de luizen weg te vreten. Na verloop van tijd ontstaat er een populatie tweestippelig lieveheersbeestjes die op eigen kracht het luizenprobleem beheersbaar houdt.
Engerlingen
Engerlingen zijn de ondergronds levende larven van de juni- rozen- en meikever. Engerlingen zijn bleekgeel met een oranjebruine kop. Zij eten aan de haarwortels van de planten waardoor deze minder voedingsstoffen en vocht kunnen opnemen en kunnen afsterven.
Engerlingen zijn biologisch te bestrijden met insectparasitaire aaltjes, ook wel nematoden genoemd. De productnaam is “Terranem”. Het bestaat uit een (zakje) voedingsbodem (gel) met hierin de nematode Heterorhabditis bacteriophora. Na toepassing gaan de nematoden in de bodem, actief op zoek naar de engerlingen en dringen deze via de lichaamsopeningen binnen. Hierna scheiden zij specifieke bacteriën uit, die het weefsel van de engerling omzetten in producten die de nematoden gemakkelijk kunnen opnemen. Wanneer de engerling sterft gaat de nematode, dan wel zijn nakomelingen, actief op zoek naar een andere engerling.
Emelten
In de nazomer, afhankelijk van de temperatuur is er de paringsvlucht van de langpootmug (Tipulas species). De bevruchtte vrouwtjes zetten hierna hun eieren af in de grond. Na ruim een week komen hier larven uit, de emelten. Emelten zijn grijsbruin met een donkere kop en hebben geen poten. Emelten leven gedurende de dag ondergronds en gedurende de avond en nacht komen zij naar de oppervlakte. Zij eten plantendelen en worden vooral aangetroffen in graslanden en gazons..
“Capsanem” is een product op basis van de nematode Steinernema carpocapsae. Deze nematode wacht op de plant op zijn slachtoffer. Wanneer deze passeert bespringt de nematode het plaaginsect en dringt erin binnen via een lichaamsopening. In de darm van de nematode bevinden zich bacteriën die in de emelt vrijkomen. Deze bacteriën zetten het weefsel van de emelt om, in voor de nematode makkelijk opneembaar voedsel.
Onder gunstige omstandigheden vraagt deze strategie enkele uren, waarna het geïnfecteerde plaaginsect loom wordt en binnen enkele dagen sterft. “Capsanem” werkt ook tegen rupsen en aardrupsen. “Capsanem” is effectief bij een bodemtemperatuur van 14 graden of hoger. Bij bodemtemperaturen boven de 6 graden (voorjaar) kan het middel “Entonem” gebruikt worden.
Rupsen
Rupsen zijn de larven van vlinders en motten. Er zijn veel soorten vlinders en motten en lang niet alle rupsen zijn zo schadelijk dat zij de plant, telkenmale, volledig kaal eten, zodat deze afsterft. In heel veel gevallen herstelt de plant vanzelf en behoeft er niet aan gewasbescherming gedaan te worden.
Sommige rupsen zijn, vanwege hun massale optreden en als gevolg van meerdere levenscycli per seizoen, wel schadelijk en dan kan een gewasbescherming nodig zijn. “Capsanem” is hiervoor het meest geëigende middel. Het is een middel dat ook al bij de emelten aan de orde kwam.
Schimmelaantastingen
(Meeldauw, Valse Meeldauw, Botrytis, Roest, etc.)
Voor schimmelaantastingen in de tuin is er (nog) geen goede biologische bestrijding mogelijk. Het adagio “Voorkomen is beter dan genezen” is hier dus van toepassing. Dit gebeurt het beste door: de juiste plant op de juiste plaats te zetten, gezonde bij voorkeur schimmelresistente rassen gebruiken, de plantweerbaarheid verhogen middels een goed bodembeheer, zorgen voor voldoende licht en lucht en door beschadigingen aan de planten, zo veel als mogelijk voorkomen.
Bij sommige vaste planten is het ook goed mogelijk om de gehele plant af te knippen, waardoor deze weer schimmelvrij uitloopt en in sommige gevallen nog een leuke nabloei geeft.
Buxusmot
Het ziet er nog niet naar uit dat de strijd tegen de rupsen van de buxusmot gestreden zal zijn. De minirupsjes van de buxusmot worden nog vaak aangetroffen.
Op basis van ervaringen treft u onderstaand, kort samengevat, enkele suggesties aan, die zeker gaan bijdragen aan de overlevingskansen van uw buxusstruiken.
Snoei
Aangetaste en ook bedreigde planten geraken ín een stresssituatie en de bladkleur wordt bronskleurig en de groei verdwijnt grotendeels . Daardoor is het mogelijk om de snoei te verplaatsen naar de winterperiode. Dan zíjn er geen buxusmotten actief, die aangespoord door de geur van de gesnoeide buxusstruik, hun eitjes in de plant afzetten.
Plantweerbaarheid
Een juiste bemesting verbeterd de plantweerbaarheid. Gezonde buxusstruiken hebben een donkergroene bladkleur. Een juiste bemesting met DCM Vital Green in het voorjaar en DCM Mix 6 in het najaar, staat aan de basis van een goede plantweerbaarheid. Aangetaste en slecht groeiende buxusstruiken hebben baat bij een bladbemesting met Nutri-Tech Black Gold.
Buxatrap
De Buxatrap heeft een tweeledig doel. Met de Buxatrap worden de mannelijke buxusmotten weggevangen, waardoor de vrouwelijke buxusmotten niet bevrucht worden en er dus ook geen rupsjes komen. Maar de tuin is geen afgesloten geheel. Een elders bevruchtte buxusmot kan altijd nog haar eitjes afzetten in de buxusstruik. Wanneer er motten ín de val zitten ís het dus raadzaam om de buxusstruiken extra in de gaten te houden. Toch wijst de ervaring uit, dat ook in de open ruimte van de tuin, de Buxatrap uitermate effectief is en een zeer grote bijdrage levert aan het rups vrijhouden van Buxus.
De Buxatrap werkt met feromoonbuisjes. Een buisje werkt gedurende 8 weken.
Biologische bestrijding van de rupsen
Afhankelijk van de buitentemperatuur zijn er twee biologische middelen beschikbaar voor de bestrijding van de rupsen van de buxusmot. Beiden middelen zijn werkzaam op basis van nematoden. Deze miniwormpjes gaan, wanneer zij met behulp van lauwwarm water over de buxusstruiken zijn verspreidt, actief op zoek naar de rupsen van de buxusmot. Vervolgens dringen zij deze binnen en via een uitwisseling met bacteriën, sterven de rupsen binnen enkele uren. De nematoden zíjn niet schadelijk voor andere natuurlijke vijanden van de rupsen van de buxusmot. Ze laten ook geen residu achter waardoor de natuurlijke ecologische processen niet verstoord worden. Een ecologische verstoring staat altijd aan de basis van een ander probleem of voor de herhaling van het oorspronkelijke probleem, in deze cyclus van negatieve processen komt er dus nooit een definitieve, acceptabele en constructieve oplossing. Niet aan beginnen dus. Inmiddels hebben ook diverse soorten vogels en spinnen de rupsen van de buxusmot ontdekt als prooidier. Een vogelvriéndelijke tuin staat dus ook aan de basis van een buxusmotrups vrije tuin.
Methode “Zen”
Een van mijn opdrachtgevers vangt de rupsen van de buxusmot met de hand weg. Hij ervaart deze methode als “zen”. Ook een idee dus, goed voor de gemoedsrust, het milieu en de eigen geestelijke ontwikkeling.
Voor vragen over andere aantastingen en biologische bestrijdingsmogelijkheden kunt u altijd contact opnemen.
design, aanleg, beheer & tuincoach
van natuurtuinen & natuurlijke tuinen
Ben Bouwman
06 14 23 77 36
info@natuurtuinen.com
www.natuurtuinen.com
Kwaliteit & Doelgericht
Wat ik voor u kan betekenen?
- Specialist in het ontwerpen en vormgeven van natuurtuinen & natuurlijke tuinen.
Elk ontwerp is uniek en voor elke beurs is een ontwerp mogelijk - Ik kan deze ontworpen natuurtuin ook voor u aanleggen en/of beheren.
- Indien u zelf aan de slag wilt kan ik u als Tuincoach begeleiden bij het zelf creëren van de ultieme natuurtuin.
Verder kunt u bij mij terecht voor:
- Analyse van de bodem en groeiplaatsomstandigheden
- Biologische gewasbescherming
- Verbeteren van de plantweerbaarheid