Groeiplaatsomstandigheden zijn van doorslaggevend belang voor het beoogde resultaat
Groeiplaatsomstandigheden Natuurtuinen
Charles Darwin (1809 – 1882) wist het al. De sterken overleven, in de natuur is alles overal en de groeiplaatsomstandigheden bepalen de plaats van vestiging van plant en dier. Uiteraard zijn deze uitgangspunten essentieel bij de aanleg van een natuur- dan wel een natuurlijke tuin. Een beschaduwd gazon op een vochtige voedselrijke veengrond zal nooit verworden tot een bloemenweide en een zonnige helling van droge, kalkrijke zandgrond is niet geschikt voor een natuur- of natuurlijke tuin met schaduwplanten.
De groeiplaatsomstandigheden zijn dus van doorslaggevend belang voor het beoogde resultaat!
Voor natuur- en natuurlijke tuinen zijn de volgende groeiplaatsomstandigheden essentieel:
- de bodem
- zon of schaduw
- droog of nat
- eventuele wortelconcurrentie
- wind en tochtige omstandigheden
- klimaat
- eventuele betreding door mens of dier
De Bodem
De bodem is het medium waarin de plant met zijn wortels staat verankert. De bodem bestaat uit minerale deeltjes (bijvoorbeeld zandkorrels), organische deeltjes (bijvoorbeeld humus), vocht (bijvoorbeeld water) en uit een breed scala aan bodemleven (bijvoorbeeld bodemschimmels, bacteriën en wormen). Ongeveer 25.000 kg (!) bodemleven per hectare (100 m1 x 100 m1) zorgt voor een goede structuur, een goede waterhuishouding en voor de beschikbaarheid van voedingsstoffen voor de plant.
Daarnaast heeft de bodem chemische eigenschappen. Een bodem kan zuur of basisch zijn en rijk of juist arm aan voor de plant opneembare voedingsstoffen.
Zon of schaduw
Vetplanten zijn echte zonneplanten en mossen zijn echte schaduwplanten. Hun uiterlijk is aangepast aan de groeiplaatsomstandigheden. Onder een hulstboom zal nimmer een vegetatie met muurpeper (Sedum acre) ontstaan maar een ontwikkeling van maagdenpalm (Vinca minor) is zeker wel mogelijk.
Droog of nat
Echte moerasplanten gedijen niet in een droge zonovergoten bloemrijke akker met papaver, en korenbloemen. Dit is een extreem voorbeeld maar het geeft goed aan dat planten op de juiste plaats geplant, vitaler zijn, gezonder groeien en bloeien en beduidend meer weerbaarheid hebben tegen aantastingen.
Wortelconcurentie
Lang niet alle schaduwplanten kunnen de concurrentie aan met sterk wortelende, schaduwgevende planten. Zij gedijen op schaduwrijke plaatsen langs muren en onder pergola’s uitstekend maar laten het afweten bij een vergelijkbare schaduwrijke plaats met wortelconcurrentie van een nabij groeiende boom of struik.
Wind en tochtige omstandigheden
Planten met grote bladeren en sterk groeiende planten zijn windgevoelig. Dat maakt ze ongeschikt voor plaatsen tussen huizen en voor plaatsen rondom flatgebouwen.
Klimaat
In principe kunnen planten van buiten Nederland, uit vergelijkbare klimaatzones, het in Nederland goed doen. De vele exoten onder onze tuinplanten danken hieraan mede hun bestaansrecht als tuinplant. Zo is de Chinese waaierpalm (Trachycarpus fortunei) uit het Himalaya gebergte een tuinpalm die de Nederlandse winters goed doorkomt. Dat is niet van toepassing op de olijf (Olea europaea) uit het mediterrane gebied, die grote moeite heeft met de Nederlandse winters.
In een echte natuurtuin passen exoten niet maar in een natuurlijke tuin zijn deze planten een welkome uitbreiding van het assortiment beschikbare planten.
Betreding
De meeste plantensoorten kunnen slecht tegen betreding en zullen het in een bloemrijk speelgrasveld niet volhouden, dan wel niet in staat zijn om zich hier te vestigen.
Maar andere plantensoorten, zoals bijvoorbeeld het madeliefje (Bellis perennis) en de draadereprijs (Veronica filiformis) passen hun groeiwijze en bloeiritme naadloos aan op de omstandigheden. Hetzelfde is ook van toepassing bij het maaien van een bloemrijk grasveld.
Grond wisselingen
In de jaren zeventig van de vorige eeuw is nog geprobeerd om middels de aanvoer en verwerking van geschikte gronden, op kleine schaal, natuurtuinen met zeer uiteenlopende typen beplantingen te creëren. In feite zijn al deze pogingen mislukt omdat als gevolg van de processen in de bodem, al zeer snel een vermenging van de verschillende gronden optrad waardoor zij niet meer geschikt bleken voor een specifieke beplanting. Hieruit kan de conclusie getrokken worden dat het niet verstandig is om bij de aanleg van een natuur- of natuurlijke tuin, te sterk af te wijken van de reeds aanwezige situatie.
Dat niet al te zeer afwijken van de aanwezige situatie is ook, voor wat betreft de aanleg van een natuurlijke tuinbeplanting, van toepassing op eventueel aanwezige beplanting.
Voor een schaduwplant maakt het geen verschil of deze schaduw het gevolg is van de aanwezigheid van een inlandse plant of van een exoot.
Bedenk ook dat een nieuwe aanplant de eerste jaren überhaupt weinig schaduw biedt omdat de beplanting nog moet aanslaan.
Conclusie
Het beheer van natuurtuinen en natuurlijke tuinen is relatief eenvoudig, niet arbeidsintensief en bij een aangepaste aanleg zijn de beheersmaatregelen zodanig te spreiden in de tijd, dat de tuin er altijd goed bijligt, ook wanneer er een achterstand is in het beheer ervan.
design, aanleg, beheer & tuincoach
van natuurtuinen & natuurlijke tuinen
Ben Bouwman
06 14 23 77 36
info@natuurtuinen.com
www.natuurtuinen.com
Kwaliteit & Doelgericht
Wat ik voor u kan betekenen?
- Specialist in het ontwerpen en vormgeven van natuurtuinen & natuurlijke tuinen.
Elk ontwerp is uniek en voor elke beurs is een ontwerp mogelijk - Ik kan deze ontworpen natuurtuin ook voor u aanleggen en/of beheren.
- Indien u zelf aan de slag wilt kan ik u als Tuincoach begeleiden bij het zelf creëren van de ultieme natuurtuin.
Verder kunt u bij mij terecht voor:
- Analyse van de bodem en groeiplaatsomstandigheden
- Biologische gewasbescherming
- Verbeteren van de plantweerbaarheid